Is de EU als samenleving mogelijk: blijven we vriend of vijand? That’s the question. Kunnen we grenzen creëren om die samenleving te beschermen? Belangrijk is dan onderling begrip en solidariteit wat soms zoek lijkt. Kunnen we onderling begrip dat samenleven vraagt opbrengen? De vraag is hoe we uit die vicieuze cirkels van vragen komen.

Aydin[i] begint met Schmitt die aangeeft dat het onderscheid tussen vriend en vijand onvermijdbaar is. Dan is het liberalisme (weinig staat; individu gericht) slechter dan andere politieke stelsels, omdat het de sociale identiteit verzwakt, de samenleving desintegreert en een onbekende vijand de mogelijkheid geeft haar te ondermijnen. Verwantschap en nabijheid hebben niet alleen een vijand nodig, maar ook een die onderkend en zichtbaar wordt gemaakt, zodat hij oriëntatie geeft voor de vormingen van identiteit.

  • Scheffer lijkt dit vriend-vijand beeld te beamen met: ‘zonder gemeenschappelijke grens is zo’n idee van burgerschap moeilijk voorstelbaar’ en ‘Versoepeling van de binnengrenzen vraagt versteviging van de buitengrenzen’. Nadruk ligt op een machtspolitieke rol van Europa. Die moet een veiligheidsgemeenschap garanderen. Hij pleit niet voor afschaffing van liberale democratieën.
  • Van den Dunk stelt dat je met de cultureel historische breuklijnen in Europa geen eenheidsstaat krijgt. ‘Europa’ is te abstract en te ver verwijderd van de praktijk van alle dag om als eenheidstichtende entiteit te fungeren.

Van den Dunk heeft volgens mij gelijk. De liberale democratie van Scheffer met een representatieve vertegenwoordiging op grote en abstracte schaal gaat niet werken. En grootschalige marktwerking met multinationals waar ‘democratische leiders’ achteraan hollen helpt ook al niet. Dring je andere volken dit rammelende systeem op met een regime change, krijg je vluchtelingen door oorlogen of armoede die we zelf veroorzaken. Door ons gekozen politici veroorzaken spanningen die door machtspolitiek niet te beveiligen zijn. Laten we stoppen met interveniëren in andere landen en het koloniale marktsysteem met onze vorm van democratie eens goed onder handen nemen. Niet iedereen is je vriend maar maak hem ook geen vijand. Werk praktisch samen zonder eigen systemen op te dringen.

 

Is dan volledig onderling begrip nodig voor samenwerken? Aydin begint bij Levinas. Mensen proberen het andere vanuit het eigene te begrijpen. Dat is de basis van elk geweld. Elke poging om de andere te kennen gaat voorbij aan de radicale vreemdheid van de andere. Het reduceert die tot iets waarmee ik vertrouwd ben. Maar mens zijn betekent voorbij gaan aan zelfbehoud, je kunnen openstellen, ja zelfs opofferen. De vreemdeling en/of vluchteling(niet de buurman) kan dan een ethisch appel op ons doen. Dat verstoort de politieke, morele en economische orde van landen die dachten dat ze het mooi voor elkaar hadden. Nu kan een samenleving (EU) niet zonder algemene regels met een relatief eenduidig draagvlak. Dat mist in de EU waardoor een rommelig en soms gewelddadig beeld ontstaat naar vluchtelingen. Toch zullen velen het belang om ons open te stellen onderstrepen(bij uitzetten van kinderen). Maar hoever moeten we daarin gaan?

Julia Kriteva wil vreemdelingenangst overwinnen door het vreemde in onszelf te aanvaarden en een plaats te geven. Dat doet ze op twee manieren:

  1. Het eigen tot de ander te reduceren; ‘het vreemde bevindt zich ook in ons, dus zijn we allemaal vreemdeling’ en dan bestaan er eigenlijk geen vreemdelingen.
  2. Het andere tot het eigene reduceren. Als we het vreemde leren kennen is het niet meer , volledig vreemd en beangstigend. We zijn allemaal mensen dus bestaan er geen vreemden.

Maar met Visker vraagt Aydin zich dan af:

  1. Waarom zou het vreemde in mij solidair zijn met het vreemde van de ander?
  2. Waarom zou het vreemde, in en buiten ons, onze grenzen respecteren en niet buiten de orde treden en zijn gastheer ontwrichten en zelfs vernietigen?

Dit brengt ons zo niet verder met de vraag over onbegrip en geweld.

 

Hier lijken mij twee invullingen van de term vreemd belangrijk:

  1. Onverklaarbaar, iets dat we niet kunnen verklaren. Er blijft een mysterie ook in ons zelf (vreemd), dat we nooit oplossen met alle informatie en computersystemen omdat we niet alles kunnen bevatten. Kant; het ‘Ding an sich’ kennen we niet en als men iets niet kan bewijzen of weerleggen, kan men enkel maar ‘geloven’. Als geloof, ook in marktdenken en democratie, iemand gelukkiger maakt ; prima. Levert dat een traditie op die gereduceerde en onbewezen ‘waarheid’ aan anderen oplegt gaat het fout. Laten we 200 jaar na Kant toegeven dat het vreemde ook in ons is. En omdat het mysterieus is weten we niet of ‘solidair’ is.
  2. Onbekend, iets wat we niet kennen maar wel te kennen is. Maar wat is kennis? Kant: we richten ons verstand niet naar de ‘werkelijkheid’; de werkelijkheid richt zich naar ons verstand. Wij leggen een structuur op aan de werkelijkheid, die er niet als zodanig, in zichzelf in zit. Die structuur maakt deel uit van ons kenapparaat. Daarmee doen we algemene uitspraken. Alleen ervaren Eskimo’s andere dingen dan bedoeïen. Ze kijken vanuit hun traditie (bril) naar de dingen die zij dagelijks ervaren. Ik kan de vreemdheid van de ander niet kennen en alleen maar reduceren tot iets wat past binnen mijn bril en wat ik daarbij ervaar in mijn omgeving. Mijn blik kan nooit die van een Eskimo zijn en ik kan mijn bril ook niet toetsen aan de omgeving van die Eskimo. Ik kan niet anders dan structuur vanuit mijn opvoeding en ervaring gebruiken en dat toetsen aan wat ik meemaak. Denken dat je denkt met de bril van de Eskimo of woestijnbewoner in Syrië is(soms een gevaarlijke) fantasie.

We hebben allemaal de rede en ervaren op dezelfde manier, maar we hebben niet allemaal dezelfde opvoeding, ervaringen en leefwereld. Dat kan ook niet anders in andere fysieke omgevingen. Een beurshandelaar heeft niks aan een opvoeding en ervaring van een Eskimo en kan met die achtergrond de kost niet verdienen op de beursvloer. Het omgekeerde is ook waar. Dat we zelf vreemde zijn in een wereld van vreemden lijkt aannemelijk en dus blijft er onbegrip. Maar met die constatering ontstaat geen wereldsamenleving. Dus zul je, beseffende dat onbegrip blijft, met de rede globalere regels moeten bedenken die ruimte laat voor (deel)samenlevingen die elkaar beter begrijpen en dan zonder interventie (Libië of Syrië; meer ruimte landen de EU).

Lacan stelt dat er geen beweging van binnen naar buiten is; een gesloten ego (de narcist) die zich geleidelijk openstelt voor de wereld (de ander)[ii]. Nee er is een beweging van buiten naar binnen. Vorming van een ego (een eenheid) geschiedt dankzij de confrontatie met een buiten (het andere). In plaats van het andere in het eigene te begrijpen wordt hiermee het zelf gezien als iets dat vanaf het begin met het ander is besmet; zonder het andere kan het eigene niet bestaan. Dit gaat wat kort door de bocht. ‘De mens is het enige wezen dat opvoeding nodig heeft’ stelt Kant. Dus vanaf de geboorte word je besmet en zonder het andere kan het eigene niet bestaan. Maar de mens kan evengoed een zelfhandhavend systeem zijn[iii]. Zoals elk dier hebben we eigenschappen gericht op voortbestaan van de soort. Die kunnen voortkomen uit ons vissenbrein dat nog latent in ons is vanaf het begin van de evolutie[iv]. In dat DNA zitten emoties die over de eeuwen ontstonden in bepaalde omgevingen die nu deels irrelevant of gevaarlijk zijn, maar die pas over generaties veranderen (evolutie gaat traag). Om dat te overwinnen stelde Kant terecht dat de mens met zijn verstand eendracht wil en dat bereikt met een veel lossere samenwerking tussen echt republikeinse staten (geen VN met alle landen die erin blijven) en zonder interventie in andere landen waardoor een grotere (natuurlijkere) diversiteit ontstaat (tweedracht van de natuur in termen van Kant).

 

Aydin concludeert dat oplossingen van auteurs zoals Scheffer ontoereikend zijn. Maar je bent er ook niet met de constatering dat je moet leren leven met vreemdelingen. In de spiegel kijken en constateren dat je zelf ook een vreemde bent helpt, maar lost niet alles op. Sheffer blijft niet steken in vage onjuiste filosofieën maar pakt door met organisatievormen (grens bouwen). Maar je kunt vaak beter een goede filosofie half uitvoeren dan een slechte perfect (zie efficiënte Jodenvervolging Eichmann). Waarom die binnen grenzen weg? Kan dat met nieuwe computersystemen niet wat anders? Brengt die vrijheid voorspoed of geeft het sprinkhanen de ruimte om overal alles kaal te vreten. En wat is de rol van de politiek? ‘Geloof niet wat politici zeggen, maar geloof evenmin dat zij het zonder reden zeggen’ stelde Kant. Dat ervaren burgers ook wel zonder Kant(dividendbelasting). De vraag is wat ze eraan doen. Wanneer pakken we de liberale democratie aan waarvan we o.a Turmp, en belastingontduikende multinationals, oorlogen en armoede aan danken?

[i] Tijdschrift Filosofie over Europa (mei/juni 2018) artikel van Ayden, waar dit op gebaseerd is.

[ii] Ook in Ayden; Lacan draait these van Freud om

[iii] Luhman in (Hofman, 2018)

[iv] (Hoogendijk & Rek de, 2017) ook in Hofman 2018