‘De geschiedenis van duurzame energie; een kwestie van lange adem’  (Verbong, Selm van, Knoppers, & Raven, 2001). Een understatement. Waarom is Nederland het afvalputje van Europa en blijft ze dat voorlopig ? Dat heeft alles te maken met de ‘overlegstructuur’ waarbij de politiek zijn oor alleen te luister legt bij grote partijen.

Rond In 1980 schreef ik in een artikel naar aanleiding van een studiereis, dat Denemarken de energietransitie zakelijker en pragmatischer aanpakte dan Nederland en daarmee een voorsprong opbouwde. We bezochten het Deense onderzoeksinstituut dat deels leek op en schroothoop met mislukte pogingen, maar zagen ook praktische successen en een achttal smederijen van diverse pluimage. Zo ook Vestas die net weer bezig was met een herstart richting international opererend  bedrijf (vooral naar de VS). In 2017 had Vestas een omzet van € 9.953 miljoen met een winst van € 894 miljoen waarbij de 4241 geleverde turbines die 8 779 MW vertegenwoordigen en werkgelegenheid bood aan 22.504 mensen. De echte pionier en doener in Nederland/ molenland, Henk Lagerwey komt niet in de buurt van die cijfers al zijn er wel patenen bij faillissementen verkocht aan het buitenland (zijn concepten is niks mis mee). Opvallend was de ruimte die burgers kregen om molens te plaatsen, waar we in Nederland door een woud van voorschriften moesten. Was het niet van de overheid dan was het wel van de energiebedrijven. Verbong schrijft terecht: ‘Het coöperatieve gedachtegoed dat bijvoorbeeld wel in de landbouw en veeteelt enige aanhang had was veel zwakker dan in Denemarken, terwijl tegelijkertijd in de jaren tachtig de elektriciteitssector nog een zeer krachtig blok vormde, dat weinig op had met decentrale opwekking van elektriciteit (blz.98). Dat is een understatement; er was niet doorheen te komen bij die monopolisten. Politici verleenden lippendienst aan duurzaamheid (rapporten stapelden zich op), maar volgden die bedrijven. Je komt dan op achterstand als innovatieve industrie omdat je een goede thuismarkt nodig hebt voor de ontwikkeling van producten  (Porter, 1990). Het is niet handig om een windmolen in de VS te verkopen (Californië was toen booming) terwijl je in Nederland geen ervaring hebt. De claimcultuur is daar stevig en elk probleem daar oplossen dat je hier ook had kunnen ontdekken kost veel meer geld. Kortom die markt en werkgelegenheid is ons door politici en elektriciteitsbedrijven door de neus geboord. Die ging naar Denemarken en ik verliet de branche.

Vervolgens kwam de brede maatschappelijke discussie (BMD) voorbij, met als titel van het tussenrapport: ‘Energie te belangrijk om aan deskundigen over te laten’. Dat gaf weer hoop. ‘De BMD is zonder twijfel de meest uitgebreide raadpleging op energiegebied die ooit ter wereld is gehouden. Het officiële doel van de BMD was ‘de vastlegging en evaluatie van de meningen over de energieproblematiek in het algemeen en het kernenergievraagstuk in het bijzonder en een beschrijving en beoordeling te geven van de plaatsgevonden maatschappelijke discussie. Op 26 januari 1983 begon de echte discussie met twee uur een televisie-uitzending waar 1.7 miljoen Nederlanders naar keken. Afhankelijk van de categorie deelnemers ondersteunde 56% tot 76% van de deelnemers  (weinig waren er tegen) dat duurzame energie zo snel mogelijk moet worden onderzocht en het eindrapport stelt dat een krachtig overheidsbeleid noodzakelijk is ten aanzien van onderzoek, ontwikkeling en financiering ten aanzien van het juridische kader’. ‘Erg veel impact op het regeringbeleid had dit pleidooi echter niet’ (kosten los van inzet van veel burgers 28 miljoen gulden waarvan 9 miljoen aan onderzoek). Want:

‘De regering negeerde eveneens de duidelijke meerderheid tegen uitbreiding van kernenergie. Na een jaar windstilte kwam de regering met de mededeling toch de bouw van de drie kerncentrales te willen doorzetten’.

Dit geef net als het referendum over de Oekraïne aan dat politici helemaal niet doen wat de burgers willen en eigenlijk zo snel mogelijk van inspraak af willen. Ze willen eens per 4 jaar herkozen worden zodat ze weer in hun eigen wereld hun gang kunnen gaan.

‘Het ongeluk bij Tsjernoby in 1986 blokkeerde voorlopig de bouw van nieuwe kerncentrales hoewel de regering tot ver in de jaren negentig van de noodzaak van nieuwe kerncentrales overtuigd bleef’.

Dat is nog wel het gevaarlijkste. Politici leren alleen van rampen. We zien dat patroon ook in Groningen waar men schoorvoetend toegeeft dat het eigenlijk niet kan maar liefs zo lang mogelijk belanghebbende bedrijven en grote instituties aan het roer laat. Met alle respect voor de bewoners, maar het is de vraag of Groningen wel de echte ramp is. Wat te denken van de permafrost, waarvan we niet exact de gevolgen weten. Maar als dat proces over een kantelpunt heen gaat is het niet met wat balken te stutten. De echte ramp is dat politici eerst de ramp willen zien voordat ze echt wat aan het CO2 gaan doen. En dan hoeft het straks niet meer.

Als vrijwilliger bij een burgerinitiatief rond energie bekruipt me de laatste tijd een angstig gevoel van herkenning. Net als voor de BMD is er, ook na Groningen, de retoriek dat er iets moet gebeuren. En wat ik voorbij zie komen is weer de lobby van grote bedrijven en instituties met een minister die niet echt is ingevoerd en die liever alles aan de markt overlaat. Dat begon met een manifest voor een rendementseis voor verwarmingsinstallaties, waarbij alle grote clubs van de partij zijn die vrij eensgezind de hybride warmtepomp pushten. Daar wil men steun voor bij de overheid. Een ding weer je zeker; hybride is nog steeds met gas en partijen kunnen voorlopig doorgaan met het bouwen en onderhouden van distributienettenen (ook al is dat wat minder; het vastrecht van de klanten zal wel gelijk blijven). Zeker een echte warmtepomp is wat duurder, maar daar kan je subsidie voor geven in plaats van gasleidingen te onderhouden. Helaas wordt dat niet echt gesteund en wordt de warmpomp door de pers het graf ingeschreven (zoals mijn molens in 1980). En natuurlijk gaan ondernemers dan niet innoveren in warmtepompen. De volgende hype lijkt aardwarmte, gepromoot door de provincie Noord Holland. ‘Voordeel’ is ook nog dat je restwarmte kunt gebruiken van afvalverbranders, waar we aan de andere kant afval willen minimaliseren. Voor het geld aan o.a. SDE subsidies dat bedrijven hiervoor aanvragen kan je privé een leuke warmtepomp kopen met wat PV panelen voor de stroom. Je ziet dus weer hetzelfde type organisaties die vroeger innovatie en ontwikkelingen frustreerden aan het werk. Ze stellen hun grootschalige oplossingen passend bij hun bedrijf veilig. Hetzelfde zie je bij lokale opslagsystemen voor elektriciteit die niet van de grond komen met het huidige saldering en subsidiesysteem en waadoor we steeds weer kabels nodig hebben. Steeds weer belangenpartijen die innovatie frustreren en politici die subsidies bedenken zonder een goede integrale maatschappelijke kosten en baten analyse ook in relatie met tot lokale burgers. Was het afschaffen van de dividend belasting maar het enige voorbeeld van het bevoordelen van grote parijen. Dan zou er nog niet zoveel aan de hand zijn. De minder zichtbare sloophamer in de energietransitie is op termijn veel schadelijker voor de economie en vooral het milieu.

En wat met de burgers? Zeker er zijn wat initiatieven en tegen de staat worden rechtszaken aangespannen om ze nu eindelijk eens wat meer te laten doen wat ze zelf met de mond belijden en wat goed is voor de burgers. Maar van een brede maatschappelijke discussie of opstand is geen sprake.