In het boek ‘Zijderoutes’  geeft Peter Frankopan (PF) een verfrissende lange termijn benadering voor de wereldsamenleving  die zinvoller lijkt dan het gedoe in Westerse democratieën waar om de 4 jaar een nieuwe hype de richting bepaalt. Wellicht is het zinvol om  ons langs die lijnen eens positiever Oostwaarts  te richten. Belangrijk hart van de route is het Midden Oosten.

‘Sinds het begin der tijden was Centraal Azië de plek waar de rijken tot stand kwamen’ (PF; blz 19). Het gaat dan over Mesopatamie, ongeveer waar nu Irak ligt. Groot was het Perzische, zeg Zuid Iran dat liep tot aan de Egeïsche Zee maar ook tot aan de Himalaya. Perzié was een baken van rust, toonde zich verdraagzaam en er ontstond een bloeiende handel. Verder doortrekken naar het Westen deed men niet omdat daar weinig te handelen was. Ook Alexander de Grote  trok met zijn veldtochten naar het Oosten omdat daar mogelijkheden lagen. China voerde oorlogen en veroveringen waarna omstreeks 120 voor chr de eerste zijderoutes ontstonden tussen het Middenoosten en China. De Romeinen kwamen vervolgens wel tot Nijmegen, maar Constantijn de Grote die zijn loopbaan begon in Noord West Europa eindigde in het Oosten waar hij Byzantium verbouwde naar Constantinobel, het huidige Istanbul. Als we kijken vanuit de historie dan was noord-  west Europa de rafelrand van het grote Euro- Aziatische continent.

 

Dat veranderde door betere schepen waardoor het mogelijk werd via zee India en later Amerika te bereiken. Columbus wees al op de naïviteit van die bevolking; ‘Ze laten zich rustig commanderen en aan het werk zetten; ze planten en doen alles wat er verder nodig kan zijn’. (PF; 255) Ideale slaven, waarvoor men overigens al eeuwen overwonnen volken voor gebruikte (ongeacht ras) en later mensen uit Afrika toen; ‘De inheemse bevolking van het Caribische gebied en de Amerika’s werd uitgeroeid (PF 256). Dat gebeurde door ‘wrede behandeling door degenen die zich begonnen neer te zetten als veroveraars’, maar ook door geïmporteerde ziektes. Er werden grote hoeveelheden grondstoffen (zilver en goud) vanuit Amerika geroofd en specerijen kwamen per schip vanuit he oosten. Niet onbelangrijk lijkt dat men deze volken makkelijk onder de duim kon houden. Zo pikte Piet Hein een zilvervloot in die Spanjaarden net vanuit Amerika hadden gestolen. Dit had stevige gevolgen. De economie van het Ottomaanse liet een behoorlijke krimp zien. ‘De zilverroute lag als en gordel om de aardbol. Het edelmetaal kwam met name op één plek terecht China – en wel om twee redenen (PF; 286)’:

  • ‘China kon door zijn omvang en culturele peil een grote producent van luxe artikelen worden waaronder keramiek en porselein die in Europa zo gewild werden’. Vandaag lijken dat computers, zonnepanelen etc. waarbij de kennisontwikkeling in China snel gaat. Daar het vol wordt aan de oostkust van China is uitbreiden naar het westen, meer langs de zijderoute een logische stap.
  • Een monetair valuta verschil tussen zilver en goud, dus monetaire verschijnselen die zich weer voor gaan doen als de Dollar weg valt als sleutelvaluta en China die rol deels overneemt. Maar zover is het nog niet.

Na de ontdekkingstocht van Columbus veranderde de situatie voor West Europa volledig omdat men de rijkdommen uit de gekolonialiseerde gebieden haalde of roofde op basis van militair overwicht samen met de veranderende transportsystemen.

 

Na WOI waren er verschillende visies op dit kolonialisme met twee hoofdlijnen(PF; 406);

  • Recht op zelfbeschikking ‘Richt je leven in zoals je wilt, zonder obstakels’ verklaarde Lenin. ‘Julie hebben het recht dat te doen’.
  • De imperialistische westerse opvattingen en hun voornemen over natuurlijke hulpbronnen (van anderen) en bedrijfsmiddelen te blijven beschikken voor eigen belangen.

Groot Brittannië ging voortvarend te werk voor olie en gebuikte zijn inzetbare toepen. Men creëerde Irak; ‘Het betrof een lukrake samenvoeging van drie voormalige Ottomaanse provincies die onderling erg verschilden qua geschiedenis, religie en geografische ligging’ en hielpen een bondgenoot aan een koningstroon (een soenniet in een overwegend sjiitisch land). In Perzie claimden ze adviseurschappen (bescherming concessies voorloper BP) en er waren weinig twijfels dat ze als ‘koningmaker’ Reza Pahlavi aan de macht hielpen. De Verenigde Staten kreeg na wat gesteggel voor Sandard Oil ook concessies (regels voor trusts werden in het voordeel van gote berijven wat ‘sopel’ gehanteerd). ‘Dit verhaal komt ons bekend voor, want het doet ons denken aan de ontwikkeling van de Amerika’s vierhonderd jaar daarvoor. Hoewel de lokale bevolking niet in dezelfde mate werd gedecimeerd als de inheemsen die de Spanjaarden tegen kwamen, was de gang van zaken identiek; het zich toe eigenen van (bodem) schatten door de westerse landen betekende dat de rijkdommen zich van het ene continent naar het ander verplaatsten’ (PF; blz 411). En waar in Amerika Spanje en Portugal de wereld onderling verdeelden door verdragen, werd dit nu gedaan door Britten en Fransen met weinig oog voor de lokale bevolking maar wel voor eigen strategische en economische prioriteiten. De regio lag dan ‘ook bezaaid met geschonden beloften en teleurgestelde volken’ (PF; 413) Beloofde voordelen bleven uit en; ‘Net als in de huidige tijd had men een heel netwerk van dochterbedrijven opgezet met als doel onderlinge leningen te creëren’, waardoor men minder royalty’s hoefde te betalen (nu belastingontduiking via postbusfirma’s op Zuid as in Amsterdam en andere belastingparadijzen). Rond WOI zette dus vooral  Groot Brittannië, dat Amerika verspeelde met de Amerikaanse Vrijheidsoorlog, zijn koloniale stijl door in olieproducerende landen, waarbij er een hoge prijs zou worden betaald in de vorm van twijfels en wantrouwen voor de constante bemoeienis en het spel dat nooit eerlijk werd gespeeld.

 

In Europa begon men al snel WOII. Toen Stalin in 1941 besloot te vechten tegen Duitsland, moest er materiaal naar Rusland. Waar de strategie steeds gericht was op voorkomen dat Rusland een ijsvrije haven kreeg via het Midden Oosten, werden die havens nu juist van levensbelang. Iran werd ingenomen door Britse troepen en Russen kwamen binnen voor een oorlog waaraan de Iraniërs  part noch deel hadden. De sjah, door de Britten aangesteld had bedenkingen. ‘Uiteindelijk namen de Britten maatregelen; ze dwongen Reza Pahlavi, die nu een blok aan het been geworden was af te treden. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Mohammed Reza Pahlavi, een volmaakte playboy met voorliefde voor Franse misdaadromans, snelle auto’s en vrouwen van lichte zeden. Voor veel Iraniërs was een dergelijke bemoeienis van buitenaf onduldbaar . In november 1941 verzamelde zich een menigte die ‘Lang leve Hitler!’ en ‘Weg met de Russen en Britten schreeuwden om daarmee hun weerzin te uiten tegen de manier waarop de gang van zaken werd bepaald door soldaten die als een bezettingsmacht werd gezien.’  (PF; 449)

 

Na WOII beschikte Groot Brittannië niet meer over de militaire middelen om zijn koloniale beleid voort te zetten. In dat vacuüm nam de VS langzaam deze imperialistische rol over.

  • In Iran stelde Monssadeq; ‘ Het was gewoonweg verkeerd dat anderen bepaalden met wie Iran zaken moet doen. Laten we met elk land onderhandelen; hij verwoordde wat veel mensen al lang dachten’. In 1945 streek Londen 16 miljoen pond op en Teheran 6 miljoen, waarbij men Iraniërs behandelden als inboorlingen (PF; 467). Maar ‘De toekomst van het centrum van de wereld stond op het spel. Iran was de spil waar alles om draaide. Amerikaanse strategen waren er van overtuigd dat de Sovjets het volledig voor het zeggen wilden hebben in Iran’ (olie en zeehaven; PF; 472). Daarom werd met instemming van de sjah flink geïnvesteerd in het leger en; ‘in 1949 begon de radiozender Voice of America uitzendingen in het Farsi te verzorgen’. ‘De radio uitzendingen werden steeds indringender, met als boodschap dat ‘vrije landen schouder aan schouder moesten staan’ (PF 475; Welk vrij land? Nu zeurt de VS  over beïnvloeden van verkiezingen). In 1950 kreeg Irak nieuwe (olie) voorwaarden die Iran werden onthouden; ‘De Iraanse identiteit raakte nu doortrokken van antiwesterse sentimenten en dat zou vergaande  gevolgen hebben.’ Het was mooi geweest vond Mossadeq(PF 480) iets wat een geestelijke leider steunde en Mossadeq werd in 1951 tot premier gekozen. Groot Brittannië dat inkomsten kwijtraakte stelde een embargo in met weinig resultaat. Vervolgens wendde Groot Brittannië zich tot de CIA (VS) die ervaring had met afzetten van regeringen in o.a. Syrië (1949) en Egypte (1952). De sjah werd bij de coup betrokken om deze  wettig te laten lijken en om te zorgen dat ‘de publieke opinie maximaal werd opgezweept ‘ stuurde de VS geld. ‘Een deel van het geld werd gebruikt om menigten door de straten van de hoofdstad te laten lopen- een actie georganiseerd door twee aldaar gestationeerde CIA agenten’, maar er gebeurde nog veel meer. Toen het zover was liep het fout en ontstond een chaotische situatie, maar Mossadeq werd wel afgezet. Er werden  aanzienlijke middelen aangewend om Irans economie en leger te steunen en om de greep van de sjah op het land te versterken Om de sjah te vriend te houden sloot men de ogen voor de onverdraagzaamheid , de omvangrijke corruptie en de economische stagnatie die dat opleverde. Er werd niets gezegd van vervolging van minderheden (geheime politie Savak was berucht) en de voordelen van de olieopbrengsten gingen naar familieleden van de sjah. Ook dit liep weer vast, met als gevolg dat Khomeini, die door de sjah het land uit was gezet, met steun van een meerderheid van het volk terug kwam en de sjah samen met de Amerikanen het land uit werden geknikkerd. Er volgden incidenten met gijzelen van Amerikanen in de ambassade (een actie om die te bevrijden) en het neerschieten van een Iraans passagiersvliegtuig, wat de relatie niet verbeterde, maar de VS leverde wel weer wapens tegen Irak.
  • In Irak was Saddam Hoessein, een niet zachtzinnige militair na wat coups aan de macht gekomen, vriend van de VS toen deze onverwacht het Iran van Kohmeini binnen viel. Men was; ‘bereid weinig woorden vuil te maken aan de inzet van chemische wapens door Saddam, wat ‘bijna dagelijks’ gebeurde, aldus een rapport’. Aandacht geven aan het Protocol van Geneve (1925) zou Iran in propagandistisch oogpunt maar in de kaart spelen. Zelfs toen heel duidelijk was dat in 1985 gifgas tegen Iran werd gebruikt kwam er publiekelijk geen commentaar en gênant was dat productiecapaciteit mogelijk werd gemaakt door westerse firma’s (inclusief  VS en Nederland). ‘Men schitterde door afwezigheid toen het erom ging Saddams wrede en herhaaldelijke acties tegen de Koerdische bevolking in Irak te veroordelen’ (PF; 551). Hetzelfde geldt overigens voor nucleaire programma’s, vooral ook in Pakistan, waar westerse bedrijven veel geld aan verdienden (nu nagelt Trump Iran aan de schandpaal, terwijl ze de afspraken  nakomen). Maar de VS wilde nog wat troeven achter de hand (PF; 555) en begon wapens naar Iran te sturen waarmee ze hun eigen embargo schonden (PF; 557). Dat liep eerst via Israel; ‘Israel is Irans beste vriend en we zijn niet van plan ons standpunt te wijzigen’ aldus Rabin, waar Nethanjahu nu onwettig aanvallen uitvoert in Syrië op Iraniers die vechten tegen IS (publiciteit speelt Assad in de kaart;  onder het tapijt ermee en zo weinig mogelijk ruchtbaarheid geven aan de bombardementen van Israel). De winsten uit de wapenhandel aan Iran werd in het geheim gebruikt om opstandingen in Nicaragua te steunen (Irangate). Voor die  wetsovertredingen werden in de VS aanklachten ingediend tegen hooggeplaatste functionarissen,  maar die kregen allemaal gratie. Saddam was woest, Tariq Aziz noemde het kenmerkend voor imperialistische mogendheden en de Amerikanen werden bestempeld al leugenaars ; ‘Vertrouw de Amerikanen niet (PF; 560)’. Op basis van wazige positieve uitspraken over Koeweit van de VS viel Saddam Koeweit binnen waarna  de VS minder wazig reageerde tegen Irak en het land binnen viel. Weer verraad in de ogen van Irak. Maar Bush SR stopte voor Bagdad. Zijn zoon ging verder. Argumenten: 9/11, atoom- en chemische wapens. Met 9/11 had Irak niets te maken. De daders kwamen vooral uit Saoedi  Arabie; nu weer ‘vrienden van de VS’. De wapens die het westen eerder zelf Irak binnen bracht  tegen Iran waren al weg. Dus weer geweld op basis van onware argumenten, wat mede de basis vormde voor het ontstaan van IS in Irak en later o.a. Syrië.
  • Een treffend voorbeeld is Afghanistan (hart zijderoute) waar hulp werd gegeven aan opstandelingen tegen de Sovjet Unie. In de westerse media werd dit aangeduid als een groep; de moedjahedien, letterlijk ‘ijveraars voor de jihad’. ‘In werkelijkheid was het een bond gezelschap van nationalisten , voormalig legerofficieren, godsdienstfanatici, stamleiders, opportunisten en huurlingen’(PF; blz 551, een soort gezelschap dat de Nederlandse overheid later in Syrië pickuptrucks cadeau deed ‘niet bedoeld voor de opstand’). Een van hen was Haqqani; ‘zijn prestaties in de strijd tegen de Sovjet Unie en zijn vroomheid brachten congreslid Wilson er toe hem af te schilderen als de goedheid ‘in persoon’ (PF; 553). Na 9/11 was het een van de meest gezochte mannen in Afghanistan. De VS steunden zo circa 50 commandanten aan wie ze maandelijks 20.000 a 100.000 dollar betaalden afhankelijk van de resultaten en de status. Ook kwam er veel geld vanuit Saoedi Arabie uit sympathie voor de retoriek van islamitische strijdbaarheid en om vervolgde moslims te helpen. ‘Mannen van Saoedische herkomst die de stem van hun geweten volgden en in Afghanistan gingen vechten stonden in hoog aanzien’. Mannen als Ossama bin Laden – iemand met de juiste connecties, welbespraakt en qua persoon imponerend – waren ideaal als doorgeefluik. Dit werden belangrijke figuren binnen de moedjahedien. Daders van 9/11 kwamen dan ook voor 80% uit Saoedi Arabie. Maar Bush noemde Iran de as van het kwaad en viel Irak binnen. Trump is nu trots op wapenverkopen aan Saoedi Arabie terwijl de situatie in Jemen, waar deze worden gebruikt, dramatisch is. Maak daar als Arabier maar   chocola van. Er lijkt maar één antwoord mogelijk; imperialisme, zoals Europa na Columbus tekeer ging tegen de indianen, met als speerpunt het nieuwe goud en zilver, de  oliewinsten en belangen veilig stellen (zie ook (Yergin, 2008) , waarbij mensenlevens en leed er wederom niet toe doen. Laat staan mensrechten waar men de mond vol van heeft.

De situatie in het Midden Oosten aan de zijderoute met zijn olierijkdommen, lijkt door Westerse inmenging onhoudbaar. China en India, die veel grondstoffen nodig hebben, zullen het Westerse imperialisme niet structureel steunen. De VS zal het koloniale beleid niet kunnen handhaven, ondanks hypocriete retoriek over mensenrechten (PR voor eigen bühne). Gezien de geografische ligging zullen met nieuwe transport- en communicatiemiddelen oude zijderoutes, die langs rijke voedsel- en grondstoffenbronnen lopen in ere worden hersteld waarbij West Europa weer het rafelrandje wordt.

 

Het beeld ontstaat dat de positie van een gebied wijzigt afhankelijk van waar de grondstoffen zijn en de ontwikkeling van  de transport- en communicatielijnen. Twee vertragende factoren lijken kennisachterstand van landen met grondstoffen (maakt uitbuiten mogelijk) en het militaire potentieel van kolonialiserende landen. De factor kennisachterstand zal afnemen door meer communicatie, maar een rol blijven spelen omdat nabijheid belangrijk is voor innovatie. Het militair potentieel verandert van karakter maar met toenemende communicatie zal koloniaal beleid lastiger worden. De vraag is hoelang kolonialiserende landen doorgaan aan die mission  impossible en tot hoever de VS hun militaire overmacht gebruikt voor imperialistische missies. Voor burgers in Nederland is de vraag hoe we denken (en onze politici willen sturen) over de spierballentaal vanuit de NAVO waar we onderdeel van zijn en de positie van Nederland als handelsland  (Rotterdam en Schiphol) op het uiterste puntje van de rafelrand, dicht bevolkt dus weinig ruimte, weinig tot geen grondstoffen en veraf gelegen van het einde van de zijderoutes.

 

Bibliografie

Yergin, D. (2008). The prize, the epic quest for oil, money & power. New York: Free Press.